Politiek gezien was Griekenland geen eenheid en vormde een lappendeken van (stads)staten en staatjes. De belangrijkste en bekendste waren Sparta en Athene. Athene is ook de wieg van de democratie. De verschillende staten voerden regelmatig onderlinge oorlogen tot uiteindelijk het koninkrijk Macedonië rond 340 v. Chr. heel Griekenland veroverde. Uit Macedonië kwam ook Alexander de Grote, die een enorm rijk veroverde en daarbij de Griekse cultuur over de wereld verspreidde. Dit leidde tot een grote bloeiperiode van vooral de wijsbegeerte en beeldende kunst.

Na de dood van Alexander werd zijn rijk verdeeld en bleef het Griekse deel geregeerd worden door Macedonische koningen. Rond 200 v. Chr. was hun positie flink verzwakt, waar de Romeinen handig gebruik van maakten en hun heerschappij vestigden. Die bleef voortduren tot na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk in een westelijk en oostelijk deel. Het oosten werd bekend als het Byzantijnse Rijk, dat tot in de 12e eeuw over Griekenland regeerde. De Grieks-orthodoxe kerk dankt hier zijn bestaan aan. Een onrustige periode brak aan, die tot een eind aan kwam toen de Ottomanen vrijwel de hele Balkan in de 15e eeuw veroverden. Na een opstand tegen de Ottomaans-Turkse overheersing werd Griekenland in 1833 een onafhankelijk koninkrijk, dat echter weinig rust kende. Oorlogen en opstanden waren aan de orde van de dag. Door de Italiaanse inval in 1940 werd het land de Tweede Wereldoorlog ingetrokken, die ook hier voor veel leed zorgde en zelfs tot een burgeroorlog voerde. In de jaren ’60 van de afgelopen eeuw werd Griekenland een militaire dictatuur, die in 1974 ten val kwam en leidde tot een parlementaire republiek. Griekenland is lid van de NAVO en EU.

De combinatie van historie, zon, cultuur en religie biedt voor elk wat wils, waardoor Griekenland een populaire reisbestemming is.